Boerenproblemen oplossen per gebied

RIJSSEN - Bij het oplossen van de milieuproblematiek van de boeren kun je geen hele provincie tegelijk meenemen. “Doe dat in veel kleinere gebieden.” Dat zei Gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher (SGP) dinsdagavond in het programma PlatZat van Radio 350.

Ten Bolscher ging in zijn vorige periode als gedeputeerde over Natuur en Landbouw. “Een boeiende baan, maar ook ingrijpend als je de angst voelt bij de boeren en de dreiging als mensen in de knel komen.”

Ten Bolscher stelt dat het van groot belang is dat je luistert naar de boeren. “Ik heb vele gesprekken gevoerd aan de keukentafel. Uitgelegd wat er aan de hand is en wat we voor elkaar als provincie en inwoners kunnen betekenen. Als je iedereen aandacht wilt geven, moet je de stikstofproblemen in de hele provincie niet ineens willen oplossen. Neem kleinere gebieden waarin je iedereen de aandacht kunt geven die ze nodig hebben. Je hoort de problemen van de betrokkenen ook veel scherper en je kunt effectiever te werk gaan.”

Een kleinschalige aanpak geeft sneller resultaat. “In Den Haag voeren ze eindeloze discussies over jaartallen. Kun je de milieudoelen halen in 2030 of kan dat pas in 2035? Door te werken in kleinere gebieden, kun je mensen sneller een oplossing bieden. Er zijn boeren die toch al wilden stoppen. Biedt ze een goede regeling. Er zijn agrarische ondernemers die hun bedrijfsvoering willen aanpassen. Help ze daar bij. Steun ze met geld waar nodig en dan blijkt er in de praktijk heel veel te kunnen. Dan haal je in een gebied een stikstofvermindering van 50 tot 60 procent. Niet in 2030 maar al in 2027.”

Volgens Ten Bolscher moet Den Haag dan wel met het geld op de proppen komen, “want dan hebben wij hier al oplossingen en dan houdt minister Lianne van de Wal de hand op de knip en dat is heel erg frustrerend. Je kunt praten als Brugman en dat doen we ook, maar er zit nog te weinig schot in Den Haag.”

Ten Bolscher heeft in zijn pas begonnen tweede termijn als gedeputeerde Natuur en Landbouw niet meer onder zijn beheer, maar wel Leefbaar Platteland. “En dat sluit naadloos aan bij wat ik in de vorige periode deed. Immers, het platteland moet leefbaar blijven. Daar maken mensen zich zorgen om. Daar komt ook heel veel emotie bij. Vaak zijn het agrarische bedrijven die daar al honderden jaren zijn gevestigd. Onze inwoners zijn vervlochten met “de oale groond” en van hun woongebied kun je ze niet zo maar weghalen. Daarom moeten we het platteland leefbaar houden en daar ga ik de komende periode vol overtuiging verder aan werken.” Dat je bij moeilijke gesprekken mensen in de streektaal te woord kunt staan, is een positieve factor, is de ervaring van de gedeputeerde, die deze periode ook de streektalen in zijn portefeuille heeft. “Materieel erfgoed én immaterieel erfgoed, bijzonder boeiend,” aldus Ten Bolscher.