
Zorgen over winkelcentrum Holten
AlgemeenRIJSSEN-HOLTEN - Volgens André Scheppink van de SGP een overbodige motie. Toch stemde de raad unaniem vóór een helpende hand aan de ondernemers in het centrum van Holten.
Ook namens VVD, Gemeentebelang en PvdA/GroenLinks, bracht Henk Nijkmap van het CDA de motie in. Dit deed hij afgelopen vrijdag 10 november tijdens de begrotingsvergadering in het gemeentehuis in Rijssen.
“In het centrum van Holten gaat de sloophamer rond”, benadrukt hij. “Door het tijdelijke vertrek van de Albert Heijn naar de rand van het dorp, is er minder bezoek in het centrum. Het zal wel even duren voordat de nieuwbouw kan worden opgeleverd.”
Tijdens de bouw gaat de verkoop gewoon door. “En is het zaak dat het centrum aantrekkelijk blijft voor inwoners en toeristen. Bij ondernemers en inwoners zijn de nodige zorgen hoe deze periode moet worden overbrugd zonder al te veel schade op te lopen. En het is daarom van belang om met gezamenlijke inspanning toch de trek naar het dorp erin te houden.”
Hij denkt dat te kunnen bereiken door het opzetten van activiteiten, contacten te onderhouden met alle participanten en wellicht ook out of the box te denken. “We weten dat tussen de Holtense Handelsvereniging (HHV) en ambtelijke vertegenwoordigers al contacten zijn. Maar er zijn nog geen concrete plannen.”
André Scheppink heeft zijn bedenkingen bij de motie. “Het centrum in Rijssen heeft de afgelopen jaren ook op de kop gestaan. De oude Albert Heijn van Rijssen was een bouwput. Toen hebben we als raad niet gezegd: we dienen een motie in. Waarom dan wel voor Holten? De ondernemers daar zijn toch wel ondernemend genoeg om dat op te lossen met elkaar?”
Jan Berkhoff (CU) denkt er ook zo over. “Er wordt gezegd Holten heeft een kleine kern en een aantal ondernemers. Maar zij moeten toch zelf wel in staat zijn om een actieplan op te stellen?”
Nijkamp geeft aan dat de schaalgrootte tussen Rijssen en Holten toch echt heel verschillend is. “Dat zie je echt in Holten. Dat door het vertrek van zo’n grote zaak uit het centrum een groot effect heeft. Die vergelijking tussen Rijssen en Holten gaat niet op.”
“Ik maak me ook zorgen hoe lang het gaat duren. Die bouwput daar in Holten”, zegt André Scheppink. “Ik denk ook aan het Enkcoterrein. Dat mis ik wel in de motie. Want dan zou ik het college ook op willen oproepen om snel met initiatiefnemers om de tafel te gaan zodat er zo snel mogelijk bebouwd kan worden. Mijn hele raadsperiode van 13 jaar praten we al over het centrum en het plan over de Albert Heijn. Ik zou zeggen roep vooral die ondernemers op die daar willen gaan investeren en daar bouwplannen moeten regelen.”
“Ik ben het wel eens met André Scheppink: spoor een Albert Heijn aan en begin met bouwen”, zegt Erik Alberda van Gemeentebelang. “Volgens mij moeten we eerst nog een herzien ontwerp voorgelegd krijgen. Maar mocht dat zelfs met enige spoed lukken, dan duurt het nog vier jaar voordat er wat staat.”
Jan Berkhoff blijft erbij dat Holtenaren het best zelf op kunnen lossen: “Als er een internationaal triatlon gehouden moet worden, staat Holten paraat. Als er een internationaal touwtrekwedstrijd moet worden gehouden, loopt het hele dorp uit en maken ze een actieplan. Organiseren ze een geweldig mooi wereldkampioenschap. Het lukt ze allemaal. En waarom zouden zo’n actieplan in het centrum niet lukken?” Alberda: “Dat zijn andere activiteiten en ik hoop dat Berkhoff niet wil suggereren dat we alle vrijwilligers moeten betrekken om activiteiten in het centrum van Holten op touw te zetten.”
Wethouder Bert Tijhof benadrukt dat ze allang in gesprek zijn met de handelsvereniging en ondernemers. “Buiten het toeristisch seizoen is een Albert Heijn echt een trekker van formaat naar het centrum. En het wegvallen daarvan raakt andere ondernemers. Tijdens de verbouwing moeten de winkels open zijn. Die moeten door. Dat is ook de reden dat we als college al geruime tijd in overleg zijn met de HHV. Het doel is dat het centrum van Holten vitaal en aantrekkelijk moet blijven. Juist in deze tijd. En te versterken waar nodig. We zijn in gesprek en er zijn ook middelen beschikbaar. Middelen van onszelf maar ook die we provinciaal krijgen. Vanuit het college vinden we dat we niet kunnen wachten op allerlei plannen. Wij zijn al begonnen. De sloop is er al. Dus, als we nu nog moesten beginnen met het maken van plannen dan zijn we te laat.”