Vogel van de week: Disselveenke
AlgemeenRIJSSEN - De vogel van deze week is de in het Rijssens genoemde disselveenke oftewel in het Nederlands de putter. Deze vogel is een zangvogel uit de familie van de vinkachtigen.
Het is een relatief slanke vink met een kenmerkende tekeningen. Zijn rode gezicht is omlijst met een brede witte band, terwijl het achterhoofd zwart is. Over de zwarte vleugels loopt in de lengte een gele band. Verder is het verenkleed lichtbruin op de rug en de flanken, wit op de onderzijde en zwart op de staart. De putter is ook bekend als kooivogel en volgens overlevering is zijn naam te danken aan dat de putter water kan putten met een klein emmertje uit een waterreservoir. De roep van de putter is een vloeiend, twinkelend tswit-wit-wit. Ook laat de putter heldere hoge fluittonen horen die klinken als pie-u. Het mannetje laat snelle twinkelende trillers en zacht gekwetter horen vermengd met en typische drielettergrepige roep. De putter is een sociale vogel die het grootste deel van het jaar in groepsverband leeft. Zij foerageren meestal in open gebied zoals in bermen en op braakliggende terreinen. De putter heeft een voorkeur voor kleine zaden, zoals die van distels en andere composieten. Hij is enige vogel die door zijn lange snavel het zaad van kaardenbollen kan bereiken, ook eet hij bessen en knoppen van paardenbloemen. De putter broedt van april tot begin augustus, hij legt twee legsels per jaar. Het nest wordt door het vrouwtje gebouwd, het mannetje helpt met het aandragen van geschikt nestmateriaal bestaande uit grassprieten, mos en veertjes. Het nest wordt meestal lager dan 10 meter boven de grond gemaakt, verstopt tussen bladeren en dunne twijgen van bomen en struiken In het nest worden 4 tot 6 eieren gelegd, de kleur is van bleek tot lichtblauw met paarsgrijze vlekjes. De eieren worden in 9 dagen uitgebroed, waarna de jongen na 13 tot 18 dagen uitvliegen. Hierna krijgen de jonge vogels nog ongeveer 10 dagen voedsel van hun ouders.
Dick Tukkers
