D66 vindt dat Holten zonder Rijssen beter af is, CU wil Enter er wel bij
RIJSSEN – Holten is beter af zonder Rijssen. Dat was zaterdagmiddag misschien wel de meest prikkelende stelling tijdens het grote lijsttrekkersdebat op het Schild.
Frans Noordam (VVD) zei de cultuurverschillen nooit hebben ervaren in contacten met de Rijssense ondernemers toen hij nog voorzitter was van de Holtense ondernemers. Herman Klein Velderman (D66) dacht daar totaal anders over. Hij verklaarde onverbloemd dat de cultuurverschillen tussen beide kernen te groot waren en dat Holten beter af zou zijn zonder Rijssen.
Volgens Rob Meijerink (PvdA) was het juist heel goed voor Rijssen dat Holten erbij gekomen was. "Rijssen was voor Holten altijd De Verboden Stad, maar doordat Holten erbij gekomen is kwam er een einde aan de vanzelfsprekendheid dat de SGP altijd in het College van B en W zat. Daar is door de herindeling een einde aan gekomen en dat is duidelijk een voordeel."
André Scheppink (SGP) vond de stelling onwerkelijk. "Het heeft geen zin om erover te filosoferen om zonder Holten door te gaan. We hebben de afgelopen jaren heel veel geïnvesteerd in Holten en daar zijn zaken tot stand gekomen die anders niet gebeurd zouden zijn. Dat zien de Holtenaren ook heel duidelijk. Er wordt altijd wel gedaan alsof heel Holten de winkels op zondag open wil hebben, maar ik vraag me af of dat echt wel zo is."
De suggestie om Holten in te ruilen voor Enter, vond Scheppink niet echt een probleem. Maar dat ging Jan Aanstoot (Gemeentebelang) net iets te snel. "Zo gaan we niet met elkaar om. Er is de afgelopen jaren prima samengewerkt. Ik zou zeggen: ga zo door." Volgens Aanstoot heeft Holten in Rijssen een sterke partner gevonden waarmee in materieel opzicht veel bereikt is. "Maar we moeten ook op immaterieel gebied goed naar elkaar luisteren." Jan Berkhoff (CU) vond het reuze meevallen met de verschillen tussen Rijssen en Holten. "En wat mij betreft nemen we er Enter zo bij."