Afbeelding
Foto:

Dagsanatorium in Rijssen een zeer bijzonder Rijksmonument

RIJSSEN- Het dagsanatorium staande aan de Oosterhofweg 250 in Rijssen is van cultuurhistorisch en architectonisch belang met als kenmerken: sociale voorziening voor fabrieksarbeiders in de jaren 1900, vanwege de geschiedenis van het gebouw, vanwege de stijl, typologie, en kwaliteit van het ontwerp en vanwege gaafheid en zeldzaamheid.

In de jaren 1900 stierven er in Nederland op een inwonertal van vijf miljoen mensen per jaar 10.000 mensen aan de indertijd heersende gevreesde longziekte tuberculose of te wel TBC. Deze ziekte was in die jaren nauwelijks beheersbaar. De doktoren schreven deze met TBC besmette patiënten vaak rust voor en kuren in centra met gezonde berglucht op de Veluwe of op hoog gelegen plaatsen. Aangezien ook veel mensen uit onze omgeving aan deze gevreesde longziekte leden , besloot de heer A.H. ter Horst firmant van de jutefabriek ter Horst &Co, om zijn voormalige zomerhuisje van buiten de Grimberg in het jaar 1914 te verplaatsen naar een stuk grond op het landgoed De Oosterhof. Deze grond was ter beschikking gesteld door de eigenaar van de Oosterhof jonkheer F.A Coenen. Het zomerhuisje werd ingericht als dagsanatorium ten behoeve van fabrieksarbeiders met tuberculose. Minder ernstige of herstellende patiënten konden hier buiten het winterseizoen overdag terecht, zij overnachten elders. Het gebouw bood op de eerste verdieping woonruimte aan voor een verpleegster. Rondom het houten gebouw lagen oorspronkelijk vijf lighallen , het eigenlijke sanatoriumcomplex, aan de voorzijde geopend en op de zon of uit de wind oriënteerbaar.

Stijl, typologie, kwaliteit, zeldzaamheid:
Het gebouw is opgetrokken in chaletstijl, in dit verband zeer geëigend als verwijzing naar de gezonde berglucht die eigenlijk ingeademd had moeten worden. Het gebouw heeft jaren als duivekot gediend, waarvoor de veranda is vastgezet en verbreed. Het dagsanatorium is midden jaren 90 gerestaureerd. in het bijgebouw onder de lessenaarsdak , dat niet onder de bescherming valt, zijn restanten van een oude schuur verwerkt. Het dagsatoruim is vanuit een rechthoekige plattegrond opgetrokken over\ twee bouwlagen. Het houtskelet staat op een bakstenen plint onder een zadeldak met overstek, met sierlijke opengewerkte windveren. Het vakwerk is gepotdekseld, waarbij de stijlen en drempelhout en het zicht gelaten zijn en met kleur geaccentueerd. Het telt negen bij vijf vakken. Boven het bakstenen plint is een verticaal schot aangebracht tot aan de onderdorpels van de vensters. De entreegevel heeft op de begane grond een uitbouw ter breedte van drie vakken. Links van de uitbouw bevind zich een deur. Op de verdieping zijn zeven T-vensters aangebracht Het tweede vak van rechts heeft een een ruits venster. De westgevel heeft op de begane grond een erker, symmetrisch geplaatst ter breedte van drie vakken en een vak diep. Twee vensters zijn centraal geplaatst, waarvan het vakwerk aangepast is door middel van twee halve vakken. De erker is afgedekt met een schilddak, voorwaar een bijzonder zeldzaam gebouw.

Dick Tukkers