Fors debat over inspraakrecht burgers
RIJSSEN - Als de politiek zijn zin krijgt, mogen burgers niet meer inspreken bij principeverzoeken.
Een principeverzoek is bedoeld om te peilen of bepaalde plannen op voorhand op bezwaren stuiten in de ruimtelijke ordening. Als B en W met een principeverzoek naar de politiek komt, kunnen burgers daar in de commissievergadering nu al op reageren.
Omdat verderop in de procedure de burgers ook weer aan het woord kunnen komen, wil de politiek af van het inspreekrecht vanaf het allereerste begin. Daarover werd donderdagavond uitvoering gedebatteerd in de Commissie Grondgebied.
De uitlatingen van commissievoorzitter Herman Klein Velderman (D66) in de regionale pers gaven het debat een extra lading. Klein Velderman had laten weten dit eerste inspreekrecht onder geen enkele voorwaarde te willen afschaffen. Hij zei dit inspreekrecht zo belangrijk te vinden dat hij zou opstappen als voorzitter van de commissie als deze plannen door zouden gaan.
De andere fracties toonden zich niet gevoelig voor het dreigende vertrek van Klein Velderman en bleven bij hun standpunt. PvdA-fractieleider Rob Meijerink zei blij te zijn met de aanpassing: "Bij een principeverzoek gaat het slechts om een ruimtelijke afweging." Sander Haase (SGP) stelde voor om in de stukken duidelijk op te nemen dat een ja tegen het principeverzoek zeker niet betekent dat alles wat daarna komt ook automatisch doorgaat. We moeten belanghebbenden niet het gevoel geven dat ze niet serieus worden genomen."
Alleen Esther Deijk van de VVD zei het afschaffen van het inspreekrecht bij principeverzoeken pijn te doen, maar zij ging uiteindelijk wel akkoord.
Op de PvdA na, kwam er uit de andere fracties forse kritiek op het optreden van voorzitter Klein Velderman. "Ik zet vraagtekens bij de rol van onze voorzitter in de media," zei Christiaan Laurens (CU). Opmerkelijk genoeg kwam er ook kritiek uit Klein Veldermans eigen gelederen: Sander Lubberhuizen (D66) vond dat de voorzitter "water bij de wijn moest doen". Jan Beunk (Gemeentebelang) zei dat een voorzitter geen fractiegeluid naar voren hoorde te brengen." Beunk vroeg wat Klein Velderman ging doen als het voorstel zou worden aangenomen. Tot ieders verbazing kwam de voorzitter totaal niet terug op zijn forse uitlatingen tegenover de regionale pers.