Vogel van de week: Toerloer met toef
RIJSSEN - De vogel van deze week is de in het Rijssens genaamde toerloer met toef of ook wel genaamd het spoerlueprken. In het Nederlands noemt men deze vogel de kuifleeuwerik.
De vogel is familie van de leeuweriken, de naam dankt hij aan zijn grote kuif. Deze van oorsprong in de steppen van de half woestijn levende grondvogel komt in West Europa voor op zandige droge gronden en is in vergelijking biotoop in stedelijk gebied. Zijn nest bevindt zich op kale tot schaars begroeide gronden, op grinddaken of op opgespoten terreinen. Zijn menu bestaat uit zaden en groene planten, maar in de broedtijd worden ook insecten gegeten. Hij is in Nederland uitgestorven als broedvogel. De vogel is grijsbruin van kleed met een spitse kuif en heeft een duidelijke streping op zijn borst. De buitenste staartpennen zijn geelbruin en de ondervleugel is rossig. Hij roept enkel korte tonen met een melancholische klank, krachtig en lang aanhoudend. Hij broedt vanaf maart tot juli. Het vrouwtje legt 3 tot 5 eieren. De broedduur is 11 tot 13 dagen. Het vrouwtje maakt een nest op de grond met grasjes in het open veld, soms in de buurt van struikgewas, maar ook op daken. Het vrouwtje broedt de eieren uit, beide ouders voeren de jongen. Na 11 tot 13 dagen verlaten de jongen het nest en na 3 à 4 dagen vliegen ze uit.
Dick Tukkers