RIJSSEN - De vogel van de week is in het Twens de kepn genaamd en in het Nederlands noemt men deze vogel: keep. De keep is de noordelijke tegenhanger van 'onze gewone vink'.
Hij lijkt wel op deze 'gewone vink', maar onderscheidt zich door een witte stuit en minder wit op de staart. De staart is sterker gevorkt dan bij de vink. Het mannetje heeft een oranje borst en schouder en een donkergrijze kop, die in zomerkleed zwart kleurt. De naam van de keep is afgeleid van zijn roep; een rauw raspend geluid basaal cheeee. De zang is langgerekt dat in volume toeneemt, zodat het geluid af en toe doet denken aan een cirkelzaag. Het voedsel van de keep bestaat uit verschillende oliehoudende en kiemende zaden, vruchten, knoppen en insecten.
De kepen broeden vanaf medio mei tot begin juli. Het nest van de keep wordt in bomen of aan de bosrand gebouwd. Het legsel bestaat uit vijf tot zeven soms vier tot acht eieren met een blauwe tot roodachtige kleur met donkere vlekken en er zijn meestal twee legsels per jaar. De broedduur bedraagt 11 à 12 dagen. De jongen verlaten het nest al als ze 11 tot 13 dagen oud zijn. In Nederland broeden maar weinig kepen in tegenstelling met Scandinavië waar de keep één van de talrijkste broedvogels is.
Dick Tukkers