Afbeelding
Foto:

De bijzondere historie van Rijssen: 11 uur werken per dag met een minimumloon van zes gulden

RIJSSEN - In het jaar 1890 wordt er een StaatsenquĂȘte gehouden naar de werkomstandigheden in de jutefabriek van Ter Horst & Co. Diverse personen werden er ondervraagd zoals de arts Gerhardus Hendrik Immink, de directeur van de nieuwe fabriek in de Boomkamp Joost Koenderink en de directeur van de oude fabriek (De Beek), Henrik Aalders. Uit de arbeiders de wevers Mannus Nijkamp, Hermannus Bruins, dagloner Jan van den Berg G Zn en Jan Kreijkes van de Kalanderij.

Directeur Koenderink vertelt dat de arbeiders elke dag elf uur in de fabriek werken en een schafttijd van een uur hebben, een tijd die volgens hem lang genoeg is. De meeste arbeiders gaan in dat uur naar huis om te eten. Enkelen wonen buiten Rijssen en blijven over, maar er is een schaftlokaal. Nachtwerk wordt in de fabriek alleen verricht om reparaties uit te voeren en zondagswerk alleen om de ketel schoon te maken.
Protestantse arbeiders hebben op biddagen en dankdagen een paar uur vrij. De fabrieken stoppen dan van half negen tot 's middags een uur, zodat de arbeiders naar de kerk kunnen gaan. De arbeiders, die absoluut niet gemist kunnen worden, moeten weer terugkomen.

Stukloon
De lonen worden berekend per stuk of per kilogram, vaste werklieden zijn in daghuur. Ook de bazen worden betaald naar het aantal stukken dat geweven is of het aantal kilo's, dat gesponnen wordt. Voor de meesten is hierbij een minimumloon van zes gulden per week gewaarborgd. In de weverij werken bijna uitsluitend mannen, er zijn twee vrouwen. De andere arbeiders en arbeidsters verdienen minder dan de wevers, de spinsters bijvoorbeeld verdienen vier gulden per week. Het loon wordt uitbetaald in Nederlands geld op maandagavond voor de weverij en op dinsdagavond voor de spinnerij.

Boetes
Er bestaat geen fabrieksreglement, maar het komt wel voor dat er boetes aan de arbeiders worden opgelegd, bijvoorbeeld wanneer ze te laat komen of fouten maken. Vloeken in de fabriek, ook door de bazen, is verboden. De boetes worden door de bazen opgelegd en aan de directeur ter uitvoering voorgelegd. De gelden hiervan komen in het ziekenfonds terecht. De arbeiders kunnen zich bij de directeuren of bij de firmanten beklagen wanneer ze menen onrechtvaardig behandeld te zijn. Dit kwam echter zelden voor.

Dick Tukkers