Afbeelding
Foto:

De bijzondere historie van Rijssen: Sociale voorzieningen in de jutefabriek in 1890

RIJSSEN - Om op de jutefabriek toegelaten te kunnen worden, moeten de kinderen eerst een examen afleggen. Een examen dat door de hoofdonderwijzer van de openbare school wordt afgenomen in het jaar 1890. De eisen die hiervoor gesteld werden zijn: Goed lezen en schrijven en vier rekenkundige hoofdbewerkingen kunnen toepassen, zodat op de fabrieksschool het herhalingsonderwijs gevolgd kan worden. De jongens en meisjes gaan van school af als de hoofdonderwijzer hun ontwikkeling voldoende acht.

Aan het bedrijf is een ziekenfonds verbonden. Het is een initiatief van de arbeiders en het beheer is bij beide directeuren van de beide fabrieken en de bazen. Van het loon van de arbeiders wordt wekelijks twee procent afgehouden met een minimum van twaalf cent. Ze ontvangen bij ziekte geneeskundige hulp, geneesmiddelen en het halve weekgeld. De arbeiders kunnen bij ongelukken geen beroep doen op het ziekenfonds. Ook bestaat er een bijzonder fonds voor gehandicapten en oude vrouwen, waarin door de arbeiders twee cent per week wordt gestort. Wie daartoe door de bazen wordt aangewezen ontvangt een vijftig cent of twee gulden ondersteuning. Aan sommige oude werklieden wordt pensioen uitbetaald, hetgeen buiten enig fonds om gebeurt. Het is de vrijgevigheid van de bazen. Uit het verslag van de enquĂȘtecommissie blijkt dat over het algemeen goed is gezorgd voor de omheining van gevaarlijke machinedelen. Spoelvangers aan de weefgetouwen zijn er echter niet. Het gebeurt volgens de directeur zelden dat er spoelen uitschieten. Het smeren van de machines wordt alleen gedaan als de machine stil staat. De commissie heeft aanmerkingen op de arbeidsomstandigheden in de kraskamer, waar veel stof ontwikkeld wordt. Er zijn alleen luchtkokers, aanwezig maar geen stofzuigers. Men is van plan om een kraskamer in de open lucht binnen een omheining aan te leggen. De fabriek wordt met gas verlicht, hetgeen in het begin van de herfst, wanneer de verlichting aan wordt gestoken, tot gevolg heeft, dat de temperatuur in het gebouw nogal oploopt. In de winter is daarvan niets te merken. Drinkwater is in de fabriek niet aanwezig, het wordt gehaald uit de stadspomp. In de fabriek staat het drinkwater in overdekte vaten met een kraan erin. Het wordt verschillende malen per dag ververst. De Rijssense arts Gerhard Immink is niet gelukkig met het feit dat de kinderen al op hun twaalfde naar de fabriek gaan. Hij vindt dat ze te jong zijn en zou liever zien dat de kinderen met veertien jaar beginnen te werken.

In een volgende serie het verhaal over de gezondheid van de kinderen die werken in de jutefabriek.

Dick Tukkers