Afbeelding
Foto:

Ouderwetse winter

Februari is alweer over de helft, maar de vorst heeft de grond nog nauwelijks geraakt. Vrolijk gekleurde krokussen versieren alweer een paar weken de bleke grasperken en 's morgens fluiten de vogels dat het tijd is om op te staan. Schaatsen op ondergelopen weilanden zal er dit jaar wel niet meer inzitten.

Ergens vind ik dat jammer, zo'n lauwe winter zonder vorst. Tintelde handen en voeten, bevroren adem in wolkjes uitblazen, opwarmen met warme chocolademelk, een dikke laag rijp over de velden. Waar zijn die ouderwetse winters gebleven, lang voordat we massaal op wintersport gingen, toen we ieder jaar nog op het ijs te vinden waren? Niemand is zo gek op schaatsen als mijn moeder.

Winter 1997, mijn moeder schaatste rondjes op de parkvijver, terwijl ze haar kleindochter Salome´ in de wandelwagen voor zich uit duwde. Oppasoma of niet, zodra water in ijs verandert, bindt mijn moeder de schaatsen onder! Winter 1981 of 1982, mama sleepte ons mee naar een bevroren vijvertje tussen het riet. Euforisch draaide ze haar rondjes op hoge noren, terwijl mijn twee zusjes en ik stuntelden op houtjes. Wij hielden niet van kou, en al helemaal niet van schaatsen. Mijn jongste zusje, zacht jammerend van de kou, bewoog zich richting het riet. Mama lette niet op ons en zag niet hoe Danie¨lle, aan de rand van het riet, wegzakte in de koude modder. 'Mama!' schreeuwden wij, maar ze hoorde ons niet, genietend van het ijs en de laatste zonnestralen. Annemarie en ik sleepten ons zusje naar de auto. Mama merkte niets van de hele consternatie. 'Fijn he`, meisjes!' glunderde ze, toen ze eindelijk van het ijs afkwam.

Tussen mij en schaatsen is het nooit meer goed gekomen. Desondanks mag het ook van mij wel weer een winter echt gaan vriezen.