Afbeelding
Foto:

Bijzondere historie van Rijssen: De statenbijbel in de praktijk

RIJSSEN - In een vorige editie van de Bijzondere historie van Rijssen meldde ik u de aankoop van een bijzondere Statenbijbel door het Rijssens Museum uit het jaar 1637. Een van de oorspronkelijke eigenaren van deze statenbijbel was Arend Jan Giesbers uit Rijssen. Hij was eenvoudige boerenknecht die in het jaar 1830 in Rijssen was geboren.

In verband met het overlijden van zijn bijna driejarig zoontje in het jaar 1867 schreef hij een ‘Gedachtenis’ in zijn Statenbijbel. Daaruit leerden we hem kennen als een man die handelde naar de raad welke gevonden werd in een dwarsbalk boven de deeldeur van een oud huis op de Haar. De daarin aangebrachte inscriptie luidde:

Ferlat die nich op ersche dinge
Dat titlick got foeswint geringe
Wat de mensche wieseklick dot
De daer soc dat erfi got

In zijn Statenbijbel heeft Arend Jan Giesbers het volgende geschreven: 'Gedachtenis van A.J.Giesbers geboren op den de 27 febrewaari 1830 te Rijssen getrouwt mat Maria Slagman den 11 mij geboren te laren den 14 april 1839.

Ontvangen van de heer onze God een zoontjen Gedoopt H’mannnus geboren op 27 julij 1864 in den Heer ontslapen van Deeze Aarde 14 maart 1867 en vereezen tot het nieuwe Jeruzalem wiens stad de Bouwmeeester God zelven is tot roem van gods genade hep ik door geloof mogen ontvangen. Dad het een uiverkoren vat was daar ik het op dit boek aan mag teeken maar tot roem van gods genade dat ik heb mogen ontvangen dat zijn naamwas geschreven in het Boek des leveens waar ik geduurig den here smeekte om een teken van Jeezus. Die machtig is om ziellen van de dood te reden door het geloof heb ik mogen aanschouwen dat het aanzat met aaberaam izak en Jakop in het Koonenkrijk der hemelen ook heb ik moogen gelooven dat ik eenmal tot het kint zal keeren maar het kint niet weer tot mij wanneer het de Heer beliefd of wier dad geloof zolang ik deze aarde moet betreden dit is mijn wens. A.J.Giesbers 1867'

De inhoud van het woord van God heeft voor Giesbers grote betekenis gehad. Zijn ‘gedachtenis’ is geheel op de Heilige Schrift gegrond. Zijn eenvoudige met de hand geschreven stuk waarin veel taal-en schrijffouten zijn en waarin leestekens ontbreken, doet vermoeden dat Giesbers behoorde tot de ’weentr-kreejn’. Dat waren scholieren die in de zomer niet naar school gingen. Ondanks de geringe kennis van de taal wordt deze eenvoudige ’boerwerker’ door het geloof hoog boven de droeve omstandigheden uitgetild. Hij mag het tot Gods genade aantekenen in dit boek.

Oude mensen uit Rijssen noemen de Bijbel in het dagelijks gebruik ‘t Book. Dan wordt aan tafel door de lezer gevraagd om ’t Book aan te reiken. Dat is niet zo vreemd om de bijbel ook wel het Boek der Boeken wordt genoemd.

Dick Tukkers