Afbeelding
Foto:

Bijzondere historie van Rijssen: Bevolking is hardleers

RIJSSEN - In de vorige editie lazen we dat de Drost in 1763 een resolutie die de uitvoer van turf naar plaatsen buiten de stad verbiedt uitvaardigt. Maar de bevolking trekt zich er niets van aan en heeft dus weinig zin.

Echter in het jaar 1780 wordt er opnieuw over de resolutie vergaderd. Het blijkt dat de schuld niet alleen ligt bij mensen buiten de stad. Ook de ingezetenen zelf werken mee aan de drastische vermindering van de gemeentelijke veengronden buiten de stad. Door een menigte 'qualijk geintentioneerde ingezetenen’ wordt "het gemene vene" op een onbetamelijke manier tot voordeel vernield en geplunderd, ‘waardoor dan in weinige jaren eene gantsche ruïne van dese vene te wagten is’. De drost verbiedt alle niet-ingezetenen-turf te steken. Wanneer bij controle op de naleving van deze maatregel blijkt dat toch een vreemdeling turf steekt, dan zal deze worden aangehouden en voor de rechter gedaagd worden. Wanneer een ingezetene willens en wetens een vreemdeling toelaat om er turf in te steken, dan wordt deze ingezetene beboet met tien zilveren dukaten. Tot ieders waarschuwing en arigt sal dese resolutie aanstaande zondag worden gepubliceerd en geafficheerd worden.

Maar ook dit heeft niets geholpen. In het jaar 1792 komt weer de resolutie van 1763 op tafel tijdens een vergadering van de drost. Nu wordt besloten dat niemand afgravingen mag doen dan met speciale toestemming van de burgemeester. Verscheiden burgers en ingezetenen van de stad en wigbold óntsien sig sedert dien tijden nog dagelijks niet daar tegen in te gaan. Vanaf het jaar 1792 word een boete op niet naleving geheven van tien goudguldens. Bovendien wacht zo iemand een proces zonder dat er iets door de vingers wordt gezien. Dat laatste is te vaak gebeurt en eigenlijk is de snelheid waarmee afgravingen van de veengronden plaatsvonden ook te wijten aan de ’heren’ op het stadhuis. Enkele maanden later wordt geschreven dat alzo de ondervinding dagelijks doet zien, dat de Resolutie van deze Stad genomen ter bescherming van het veen, door diverse ingezetenen met allerhande exceptie en uitvluchten haar kracht en werking ontnomen wordt en het dus noodzakelijk is dat daar in voorzien wordt. Nu wordt bepaald dat alle turf die gestoken wordt eerst naar de stad Rijssen wordt gebracht. Turf mag alleen door de ingezetenen van de Stad worden gebruikt en niemand mag turf verkopen aan iemand buiten de stad. Jan Hofman gemeensman, zal controleren of deze resolutie nu eindelijk werkt. Hofman krijgt opdracht precies te noteren op welke plaats vreemden (die met toestemming van de drost wel turf mogen steken, als ze het maar naar de stad brengen) bezig zijn in een turfkuil. Wie het veen afgraaft kan de grond in eigendom krijgen. Nu vinden we ook vaak opsommingen van afgravingen in de ‘gemeene stadsgrond'.

In een volgende editie lezen wij hoe de Holtenaren zich niets aantrokken van allerlei door Rijssen afgevaardigde maatregelen. Ze baggeren gewoon door in de Rijssense modder.

Dick Tukkers