RIJSSEN - Aanwonende J. Kippers van de Pelmolenweg sprak harde woorden over de bebouwing van het RV-terrein.
RIJSSEN - Aanwonende J. Kippers van de Pelmolenweg sprak harde woorden over de bebouwing van het RV-terrein. Foto:

Bezwaren omwonenden tegen bebouwing van het RV-terrein

RIJSSEN - De omwonenden van het RV-terrein aan de Wierdensestraat hebben grote bezwaren met de huidige woningbouwplannen van Ter Steege op het voetbalveld.

J. Kippers (foto) van de Pelmolenweg maakte tegenover de Commissie Grondgebied zijn grieven kenbaar in niet mis te verstaan bewoordingen. Om de bebouwing in voorgestelde omvang mogelijk te maken zou de gemeente met de procedure hebben “gesjoemeld met de rooilijn. Dat is een list en het is zelfs bedrog om naderhand te zeggen dat het niet zo is. Ik verwacht van de gemeente geen immoreel handelen. Geen mooie woorden, maar oprechte daden,” zo sprak hij bitter. Ook de andere inspreker, J. Dannenberg van de Stokmansveld, gaf blijk van groot ongenoegen over de gang van zaken.

De mogelijke bebouwing van Rijssen Vooruit zat er al zeer geruime tijd aan te komen. De bebouwing op zichzelf is niet het grote bezwaar van de omwonenden, maar wel de groeiende omvang van het aantal te bouwen woningen pal naast hun eigen percelen is hen een doorn in het oog.

Visiedocument
Daarnaast zijn in het verleden op basis van het visiedocument bouwplannen van de omwonenden afgewezen, terwijl nu een complete woonwijk op het RV-terrein verrijst. Kippers stelde dat de woningbouwplannen op het RV-terrein niet binnen de rooilijn zijn gebleven. “De rooilijn grenst precies aan onze voorgevel. De nieuwe bebouwing is veel verder geprojecteerd dan eerst de bedoeling was. Maar niet de huizen zijn teruggezet, maar de rooilijn is 3 tot 6 meter opgeschoven. Dat een opdrachtgever dit graag wil, kan ik me nog wel voorstellen, maar dat de gemeente dit toestaat niet.”
Volgens Kippers zijn er weliswaar zienswijzen met de omwonenden gedeeld, “we hebben daar bezwaar tegen gemaakt, maar het is niet verder met ons besproken en er is niets met onze mening gedaan.” (vervolg op pagina 3)