Afbeelding
Foto: rita voortman photography

Sneeuw!

Het kan niemand ontgaan zijn dat er winterweer op komst was. De media vergat haast om over corona te praten en iedereen maakte zich op voor heftig winterweer. Ik ben meer van eerst zien, dan geloven wat de weersvoorspellingen betreft, dus ik was dan ook hoogst verrast, toen ik zondagmorgen even voor achten de voordeur opentrok en een berg fijn poedersneeuw naar binnen werd geblazen. Wauw! Sneeuwduinen, net zoals vroeger, toen ik klein was. Als een blij kind huppelde ik de tuin in, op waterdichte gympen, die weinig hielpen, omdat ik plaatselijk kniediep in de opgewaaide sneeuw zakte.

Nu weet ik weer waarom kinderen niet klagen over kou als het sneeuwt! Het deert ze niet. Net zoals het mij niet uitmaakte dat een ijzige oostenwind in mijn gezicht sneed, tijdens een vroege ochtendwandeling. De meisjes trokken de dozen met wintersportkleding van zolder, hulden zich al vroeg in skipakken, want - ‘anders dragen we het deze winter toch niet mam!’ Ik heb ze nog niet weer binnen gezien! Zelfs Noah duwde Loua in mijn armen; 'Dag schat, blijf maar even bij oma, mama gaat buiten spelen!’
Wat een cadeautje, deze week. Zomaar even allemaal weer kind zijn, buiten spelen in de sneeuw, de snijdende oostenwind pas voelen, wanneer je later bibberend opwarmt met warme thee of chocolademelk bij de kachel. Op de deurmat vormen zich waterplasjes smeltende sneeuw van haastig uitgetrokken laarzen en schoenen.

Natuurlijk, sneeuw is soms ook ongemak, maar laten we er allemaal zoveel mogelijk van genieten, dat de sneeuw ons heeft opgezocht, juist wanneer wij de sneeuw niet mogen opzoeken.