ChristenUnie wil dat de gemeente cultuurgeld ook echt aan de noodlijdende cultuursector geeft
RIJSSEN - Het geld dat de rijksoverheid beschikbaar stelt voor de noodlijdende cultuursector, moet ook daadwerkelijk bij die cultuursector terechtkomen. Dat vindt de ChristenUnie.
CU-raadslid Niek Otten stelt de kwestie aan de orde door middel van schriftelijke vragen aan Burgemeester en Wethouders. Otten wijst op het bedrag van 265.000 euro dat beschikbaar is gekomen voor de cruciale plaatselijke cultuursector die keihard wordt getroffen door de coronamaatregelen. De rijksoverheid maakte hiervoor in totaal 150 miljoen euro vrij, die naar rato over de verschillende Nederlandse gemeenten wordt verdeeld.
Stormbal
In de regionale pers werd onlangs de stormbal gehesen over de daadwerkelijke besteding van de gelden. Volgens Otten is het geld niet geoormerkt, wat betekent dat het ook heel gemakkelijk kan worden uitgegeven aan andere doelen dan het ondersteunen van culturele instellingen.
Publiek
Met name de culturele instellingen die voor hun inkomsten zeer sterk afhankelijk zijn van een grote en regelmatig toeloop van het publiek, zitten momenteel met de handen in het haar om alle eindjes aan elkaar te knopen. Daarbij gaat het vooral om theaters en musea, die al sinds vorig jaar niet open mogen zijn. Voor Rijssen-Holten zijn vooral het Kulturhus in Holten en in Rijssen het Parkgebouw en het Rijssens Museum flink getroffen.
Cultuur
Volgens Otten is het oormerken van het geld door Den Haag bewust achterwege gelaten, zodat gemeenten er zelf voor kunnen zorgen dat het geld op de juiste plek terechtkomt en niet voor andere zaken dan cultuur gebruikt wordt. Otten wil dan ook dat B en W uitleggen hoe de 265.000 euro binnen de gemeente wordt ingezet.