Afbeelding
Foto: rita voortman photography

Thuis

Als kind spaarde ik landen op de vingers van mijn hand. Ieder land waar ik geweest was, kreeg een eigen vinger. Ik herinner mij een vakantie naar Oostenrijk, toen ik mee mocht met een vriendinnetje, en we het drielandenpunt van Oostenrijk, Italië en het toenmalige Joegoslavië bezochten. In een omgekeerd bruggetje, buik omhoog, handen als steunpunt in Oostenrijk, zochten mijn voeten onder het prikkeldraad door beurtelings de Italiaanse bodem en later de grond van het huidige Slovenië. Oké, een beetje vals spel misschien, maar ik kon in ieder geval weer twee landen op mijn lijstje zetten.
Op mijn achttiende verkocht ik mijn paard om samen met mijn vader rond te trekken in zijn moederland. Twee maanden lang zochten we naar sporen van Nederlands-Indië, maar de tijd had bijna alles al uitgewist. Ik was amper afgestudeerd, toen ik voor een paar jaar naar Zuid-Europa vertrok. Heimwee had ik niet, ja naar de warme zon en het leven buiten wanneer ik voor enkele weken terug kwam naar Nederland en me opgesloten voelde in een leven dat zich grotendeels binnen afspeelde.
Het heeft lang geduurd voordat mijn hang naar verre horizonten verminderde. Steeds meer voel ik mij thuis tussen de muren van waar ik woon. Dat komt niet door de plaats waar ons huis staat, dat komt ook niet door de mooie glas-in-lood ramen van de hal waar ik elke morgen van geniet. Maar dat komt, omdat hier zoveel dierbare herinneringen liggen. Onze dochters, die hier zijn geboren, opgegroeid, de eersten alweer uitgevlogen. Onze kleindochter zo dichtbij. Nu ligt ze in mijn armen. Ooit zal ze verlangen naar verre horizonten. Oma zal haar niet tegenhouden, want ik weet dat je veel moet hebben gezien om te beseffen dat het dierbaarste zo dichtbij is.