Molukse geschiedenis moet blijvend verteld worden
OVERIJSSEL - Op 21 maart 2021 is het 70 jaar geleden dat Molukse KNIL-militairen (Koninklijk Nederland Indisch Leger) naar Nederland kwamen, op last van de Nederlandse regering. De ‘stichting 70 jaar Molukkers in Overijssel' staat hierbij stil.
In de maanden maart tot en met juni van het jaar 1951 voeren er twaalf schepen met 12.500 Molukkers de havens van Amsterdam en Rotterdam binnen. Ze zouden een half jaar blijven en dan weer naar huis terugkeren. Dat beloofde de Nederlandse regering. Met hun koffers vol dierbare bezittingen werden ze ondergebracht in kampen, ook in Overijssel. Maar de terugkeer werd, tot groot verdriet van de eerste generatie, nooit aanvaard. Inmiddels groeit de vierde generatie Molukkers in Nederland op. We willen met respect stilstaan bij deze (pijnlijke) geschiedenis van Molukkers in Overijssel. Het is een stuk koloniale geschiedenis dat blijvend verteld moet worden.
Activiteiten
De onlangs gevormde ‘stichting 70 jaar Molukkers in Overijssel' bestaat uit: Paul Salakory (voorzitter), Ditta op den Dries (secretaris), Wim Latupeirissa (penningmeester) en Hans van Overbeeke (bestuursadviseur). Samen bereiden ze tal van activiteiten voor. Er komt een boek waarin de historie van de zeven Molukse wijken in Overijssel worden geschetst. Het gaat om wijken in Almelo, Wierden, Rijssen, Nijverdal, Deventer, Zwolle en Staphorst. In het boek komen onder meer interviews van Molukkers van de tweede en derde generatie. Ze vertellen over hun ouders, de Molukse cultuur, hun integratie in Nederland en de pijn van hun geschiedenis, die nog altijd gevoeld wordt. Het boek wordt gepresenteerd op zaterdag 4 september, tijdens een provinciale herdenkingsdag die gehouden wordt in Nijverdal. Foto: Rikkert Harink