De Hervormde Kerk van Enter.
De Hervormde Kerk van Enter. Foto: Picasa

Orgels in Rijssen (16): Evangelische Gezangen-2

RIJSSEN - Alles hangt met alles samen: Na de Franse Tijd werd Nederland geregeerd door Koning Willem I, die in 1816 via een algemene Reglementenbundel aan het hoofd van de kerk kwam te staan. In feite werd er nu topdown geregeerd en niet andersom.

Een algemene synode, een provinciale synode en daaronder de classis kregen veel meer macht vanuit een sterke regentenmentaliteit. Otto Voortman werd bij zijn examen op de classis gevraagd waarom hij de gezangen niet liet zingen in Enter en wat hij er zelf van vond: "daarin zwarigheid te maken als denkende door het zingen van dezelve God oneer aan te doen" maar "hij zou niet tegenwerken als het noodzakelijk was, hij had ze wel eens de gezangen laten zingen die de predikant hem had opgegeven."

Derwaarts
Het gevolg was: keer derwaarts en leer die Entersen gezangen zingen. Daarna kwam de Enterse hervormde kerk zelf ook aan de beurt: de predikant zou de helft van zijn traktement moeten missen als de gemeente halsstarrig bleef in het niet laten zingen van minstens één gezang per dienst.

Onverwoestbaar
De heren van de classis zagen één ding over het hoofd: het onverwoestbare geloof van de Entersen in dat éne parool: ‘Dat zullen we zelf wel uitmaken.’

Stijfhoofdig
De inspecteurs van de classis, visitatoren genoemd, kwamen herhaaldelijk bij de Entersen om te vragen hoe het met de gezangen ging: werden ze minimaal eenmaal per dienst opgegeven? Ze gaven ‘ontwijkende en nietsafdoende antwoorden’, ze hadden last van “voortdurende stijfhoofdigheid, en gevraagd naar het ‘waarom dan’, gaven ze als bescheid: zij voelden zich niet verpligt ‘hiervan redenen te geven’.

Doodleuk
En ze noteerden doodleuk in hun notulen “dat de vragen voldoende en naar genoegen werden beantwoord, waarna de vergadering met ‘doelmatige dankzegging’ gesloten was.

Traktement
Maar nu kreeg de predikant Immink zelf een brief, waarin gedreigd werd het traktement drastisch te korten en dat hij moest aantonen dat hij de kerkenraad al even drastisch de wacht had aangezegd en moest zorgen voor gedegen afspraken. Dus riep de dominee de koster en droeg hem op alle leden persoonlijk op te roepen om te komen vergaderen.

Ze verschenen en de predikant begon meegaand te vertellen dat hij zelf op de kansel de gezangen en de gezangen niet meezong, ‘vermoeid door preeken nog eens adem te scheppen doch niet luid mede gezongen hebbende.’

Typisch Enters
Maar voortaan zou hij beter zijn best doen. En voortaan moesten de te zingen zangen op het psalmbord zichtbaar zijn. En of de kerkenraad bereid was zelf mee te zingen? En ziedaar een typisch Enters antwoord: ‘deze vraag komt ons té gewigtig voor om dezelve regtstreeks met ja of neen te beantwoorden.' Waarna de vergadering weer met 'doelmatige dankzegging' werd besloten.

De oefenaar Voortman verhuisde naar Rijssen.

Gerrit Kraa