Afbeelding
Foto: Gerrit Kraa

Orgels in Rijssen (18): de Noorderkerk (2)

RIJSSEN - Zo’n groot orgel, zo’n uitdaging - 2000 zingende mensen begeleiden - hoe verloopt het proces van plan tot realisatie?

Doorgaans geeft een verstandige kerkenraad opdracht aan een verstandige commissie om dat uit te zoeken. En vooral ook: de limiet van wat het geval maximaal mag kosten. De commissie vergadert en zoekt eerst uit wie de adviseur wordt. In dit geval was dat Jan Jongepier uit Leeuwarden, zo ongeveer de eerste de beste.

Topkwaliteit
Na wederzijds proeven komt dan het advies om een aantal orgelbouwers te bezoeken. Topkwaliteit wordt geleverd door onder andere Flentrop, Reil, Van Eeken, Boogaard, etc. Vaak zijn het ook niet de goedkoopste. Daarbij wordt ook gekeken naar orgels uit vroeger tijden. Dan vallen namen als Hinsz, Schnitger, Bätz, Müller, Witte, Quellhorst, Naber, etc.

Grommend
Wat ook een rol speelt: wil men een romantisch orgel, vaak met veelvuldig gebruik van een zwelkast en een tremulant, of iets uit de tijd van de Barok, van Bach en Händel, heldere tingeltonen met fors grommender grondtonen en vulstemmen, die toch goed samengaan én transparant blijven? Kwestie van leren luisteren. De romantische orgels hebben een warmere toon, zijn minder transparant, Mendelssohn hoort daarbij, en (veel) later Jan Zwart, Feike Asma, Harm Hoeve. Ratio tegenover gevoel? Zet een CD op van Stef Tuinstra of Piet van Egmond; een hoorbaar verschil. Al wordt momenteel niet meer zo rigoureus een scheidslijn getrokken!

Barok
De keuze viel op een barok-orgel. Dan volgt de keus: welke orgelmaker? Een kijkje in zo’n orgelatelier is een weergaloze ervaring. Bezoek vooral eens een open dag van een orgelbouwer! Diep respect voor het enorme vakmanschap. Kennis van houtsoorten, van de mix van metalen, het gieten van gesmolten lood (80%) en tin (20%) op een lange baan van een 60 centimeter breed en meters lang zandbed. Een daarna handmatig millimeter-dikke plakken dunner hameren of schaven, zodat de pijp in wording van onder tot boven dunner wordt. Pijpen in diverse vormen, blokfluiten, tongwerken construeren die klinken als een trompet, cornet, fagot of trombone, of strijkend als een viool of woudfluit, zorgen dat de tientallen dicht langs elkaar lopende, flinterdunne grenen latjes logistiek gehoorzaam doen wat de bouwer wil; een klavier construeren dat fijn bespeelbaar is.

Het is verboden de houten toetsen te beleggen met plakjes slijtvast olifanten-ivoor, de reepjes worden nu gesneden uit het scheenbeen van jonge koeien. En na maanden voorwerk in het atelier tenslotte in de kerk zelf elke pijp zodanig afstellen - intoneren - dat er een zo harmonisch mogelijk geheel ontstaat, passend bij de ruimte en de akoestiek. Dat betekent heel veel handwerk, en dan is de helft nog niet aangezegd. En dan nog de orgelkast, met imponerend front, met kundig snijwerk, verguldsel, al of niet gelakt of geverfd, en ook daarbij ingewikkelde procedés. Heerlijk om dat alles gade te slaan! Bezoek eens op internet bijvoorbeeld "metalen pijpen maken” van Jaap Boersma.        

Gerrit Kraa