Afbeelding
Foto:

Oude ambacht: steenbakker Jan Voortman

RIJSSEN - Jan Voortman (71) uit Rijssen is een ‘telg’ uit de steenbakkersfamilie Smeijers &Voortman. De steenfabriek was gevestigd aan de Markeloseweg, net buiten Rijssen.

Jan groeide op naast de steenfabriek en was er als opgroeiende jongen al vaak te vinden voor allerlei hand- en spandiensten. Gaandeweg nam hij andere functies over en gaf samen met andere familieleden jarenlang leiding aan deze steenfabriek. “We waren altijd een fijn team, samen met onze medewerkers. Er was weinig verloop. In 2005 werd het geheel verkocht en verplaatst naar elders”, aldus Jan.

Ring- en tunnelovens
De (eerst) afzonderlijke steenfabrieken van Smeijers en van Voortman gingen een samenwerkingsverband aan in 1922. “Voor mijn tijd waren er de zogenoemde veldovens waarin gedroogde vormen tot stenen werden gebakken. Ik begon zelf in de periode van de ringovens. Hier ging het vuur rond, je moest steeds de branders verzetten en de baksels stonden stil. De oven had een ronde vorm. Daarna kwam de tunneloven waar de wagens doorheen reden om de stenen op te pikken. Vroeger werden de stenen nog veelal met paard en wagen vervoerd. Stenen stapelen en ander werk werd later steeds meer mechanisch en dat verving dus veel handwerk.”

Van klei tot stenen
De belangrijkste grondstof voor stenen was leem. De te gebruiken leem kwam voor 85% uit Markelo en voor de rest uit Rekken. “De aangevoerde klei werd eerst in twee bulkloodsen gekiept. Met een laadschop gingen de twee soorten klei in twee kastenbeschikkers en daarna op transportbanden, vervolgens naar een centrale band. Onderweg werd de klei van steentjes gezuiverd en door een metaaldetector om te controleren of er geen metaal in zat. Vervolgens ging de klei door een kleirasp waar de twee delen (de klei uit Markelo en uit Rekken) gemengd werden. De uiteindelijk verkregen klei moest aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Vanaf de leemkelder duurde het proces zeven dagen voordat de stenen vanaf de opslag voor verkoop en aflevering gereed stonden. Onder andere natte stenen drogen in droogkamers bij een temperatuur van 80 tot 120 graden Celsius en vier dagen stenen bakken in de tunneloven bij een temperatuur van 1040 tot en met 1060 graden Celsius.

Steenkleur
De kleur van de stenen werd in de eerste instantie bepaald door de soort leem; geel- of roodbakkende klei. In de oven werd de verdere kleur bepaald door middel van oxyderend of reducerend branden. De hoofdkleuren waren: rood, rood en geel genuanceerd, bruin en mangaan. "Circa 40% van de verkoop/aflevering van stenen was in eigen regio, 50% in de rest van Nederland en 10% als export naar West-Duitsland.” Jan heeft zijn werk altijd met veel plezier verricht.