De Eskerk op de hoek Esstraat-Bleekstraat werd in 1964 gebouwd.
De Eskerk op de hoek Esstraat-Bleekstraat werd in 1964 gebouwd. Foto: Erfgoed Rijssen-Holten

De nieuwe Eskerk in 1965 in gebruik

Algemeen

In de 19e eeuw had Rijssen twee kerken: rooms en protestants. In 1834 was er een landelijke afscheidingsbeweging ontstaan, waarmee ook Rijssen te maken kreeg.

RIJSSEN - Daar kerkten de Kruisgezinden in de Walkerk. Die groeide snel, temeer omdat in de Schildkerk een hulpprediker de leer van de ‘modernen’ preekte, vrijzinnig van karakter. Ds. Hattink die de predikant van de Schildkerk was, verbood hem niet om vrijzinnig te preken maar maande hem met zachtheid. In groten getale kerkten de Hervormden nu in de Walkerk, bij de geliefde predikant Diephuis. Diverse gemeenteleden vonden op den duur dat de predikant anders was gaan preken, zij zochten contact met ds. E. Fransen uit Barneveld, die af en toe kerkdiensten hield op de deel van een boerderij in Zuna. Dat leidde tot schorsing; de groep scheidde zich af en stichtte een eigen gemeente in 1882.

Groei

Er werd een kerk gebouwd in 1895, de Eskerk, in de Esstraat. De kerk groeide tijdens de bediening van de predikanten ds. B. van Neerbos en ds. M. Hofman. Daarna had men lange tijd geen eigen predikant. Jarenlang las het hoofd van de Banisschool, H. Kattenberg, een preek voor en een der ouderlingen ging voor in gebed. 

Gezag

De kerkenraad bestond uit diverse bekend geworden mensen zoals “de Snieder”, de zoon van kleermaker Aaftink, (vandaar zijn bijnaam), Ligtenberg (Akken-Jan), en Keejn-Jan, (Nijland). Met name Arend Baan, bekend als Tojn-Oarnd, kreeg veel gezag, niet alleen als ouderling maar ook als gemeenteraadslid en wethouder. Naar hem is ‘het Ströatje’ genoemd, de Arend Baanstraat. Een principieel man, vasthoudend. Rina Hoogerwerf-Holleman schreef een boekje over hem met als titel “Gelijk een eikenboom”. Hoogerwerf schreef ook het levensverhaal over Aaftink: “Het verachte en het onedele”. Op de grafzerk van Aaftink staat de bekende tekst uit Openbaringen 7: “Na dezen zag ik, en ziet, een grote schare die niemand tellen kon, uit alle natie, en volken, en geslachten, staande voor den troon en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen, en palmtakken waren in hun handen.”

Zondagsarbeid

Baan was als lid van de gemeenteraad tegen zondagsarbeid. Om die reden verrezen twee ketels bij de gasfabriek, om genoeg reserve op te bouwen om de zondag mee door te komen. Lang droegen de kerkgangers de bekende Rijssense klederdracht, gekenmerkt door soberheid en eenvoud. Liever a capella zingen dan een kerkorgel aan te halen.

In 1964 werd nieuwbouw gepleegd. Aannemer Wevers bouwde naar een ontwerp van architect Hendrik Voortman (de Kezien) binnen ruim een jaar het gebouw, dat 350.000 gulden kostte. Ds. D. L. Aangeenbrug, destijds de predikant, nam de kerk in gebruik in 1965. Over het kerkorgel en de begeleiders meer in de volgende aflevering.

Gerrit Kraa